Vier beginnersfouten in een fotohut
Je hebt voor het eerst een fotohut gehuurd en bent vast van plan om net als anderen, foto´s te gaan maken waar iedereen jaloers op is. Omdat dit je eerste keer is, ga je waarschijnlijk een paar fouten maken.
Die fouten hebben te maken met, de vijver, de setting, het voeren en het licht. Na het lezen van dit artikel ga je vast beter om met deze vier onderdelen van hut fotografie.
De dag is waarschijnlijk al heel vroeg begonnen. Misschien moet je net als ik wel een uur rijden voor dat je op je bestemming bent. Al tijden heb je de meest fantastische foto’s voorbij zien komen en vandaag is het jou beurt.
Terwijl het al een klein beetje licht begint te worden, denk je nog even na of je niets vergeten bent. Je hebt de avond ervoor alles voor de zekerheid nagekeken en de lenzen nog even goed schoongemaakt. Extra batterijen, misschien zelfs een reserve fototoestel want je zit straks in the middle of nowhere. Eten en drinken heb je en het wordt lekker weer. Er kan eigenlijk niets meer fout gaan.
Je parkeert netjes je auto en pakt je spullen. De route naar de hut heb je de dag ervoor wel meerdere keren gelezen, dus dat is geen probleem. Je kan niet wachten op de eerste pracht plaat die je gaat maken.
Vijver, wat kan er fout gaan?
Als je bij de hut aankomt zie je misschien al wat vogels wegvliegen. Dus je denkt opschieten, snel zitten en fotograferen. Helaas is er eerst werk aan de winkel. Die mooie foto’s die je hebt gezien. De prachtige vogel met die mooie spiegeling in het water komt er niet zomaar. Zeer waarschijnlijk is de vijver niet brandschoon.
Dit ligt niet aan het onderhoud van de verhuurder, in de nacht is er gewoon vuil in gewaaid. Het is dus aan jou om ervoor te zorgen dat de vijver weer schoon wordt. Alle blaadjes en takjes moeten eerst verwijderd worden. Doe je dit niet dan zie je alle viezigheid terug op je foto's. Geloof mij, dat wil je niet want het kan je foto echt verpesten.
Er ligt meestal een schepnet waarmee je al het vuil uit de vijver kunt vissen. Doe dit een beetje rustig dan blijft het water mooi helder, wat de foto ten goede komt. Bij een grote vijver ben je hier wel een kwartier mee bezig, maar het moet echt gebeuren. Laat nooit de helft zitten want met een beetje wind waait het door de hele vijver heen en zal je het als nog weg moeten halen.
Bij sommige hutten moet je zelf de vijver bijvullen als dit nodig is. Vaak staat dit in de papieren die je van de verhuurder hebt gekregen. Het is soms even werk maar een mooi gevulde vijver levert de mooiste spiegeling in het water op en je ziet de vaak kunstof bodem van de vijver niet meer.
Setting, wat kan er fout gaan?
Als dit werk gedaan is ga ik meestal op mijn gemak even in de hut zitten. Er staan vaak meerdere stoelen dus ik probeer ze één voor één uit. In een hut van drie meter breed kan het nog wel eens wat verschil maken of je links, rechts of in de midden gaat zitten. Op iedere positie maak ik ook even snel een paar foto’s. Deze vergelijk ik om een idee te krijgen wat ik het mooiste plekje vind om te fotograferen. Een lelijke achtergrond levert immers geen mooi plaatje op.
Bij veel van de hutten mag je aan de achtergrond kleine dingen veranderen of toevoegen. Soms is er een snoeischaar en ligt er ergens een berg afval van takken die je kunt gebruiken om de achtergrond naar je zin te maken. Het is natuurlijk nooit de bedoeling om in bestaande bomen of struiken te knippen. En na afloop ruim je natuurlijk ook alles weer netjes op.
Probeer te bedenken hoe de kleur van de achtergrond overeenkomt met de kleur van de vogels die je verwacht. Als de achtergrond een paar meter achter de vogels is levert dit vaak mooie plaatjes op omdat het dan een vaag pallet van kleuren wordt. Bokeh praten we dan over. Dit heeft ook te maken met de instellingen van je fototoestel maar hier over een andere keer meer.
Licht, wat kan er fout gaan?
Dit is een wat moeilijker onderdeel. Je gebruik maken van de setting om de ideale plaats te bepalen voor je foto’s.
De zon gaat van oost naar west. Dit gaat via het zuiden. Meestal als je ’s morgens aankomt kun je al aardig zien waar de zon op komt of op gaat komen. Hier kun je natuurlijk niets aan veranderen.
Wat je wel kunt doen, is goed in gedachte nemen wat de baan van de zon zal worden. Als je hier even rustig bij stil staat, kun je inschatten waar het op een bepaalde tijd wat lichter of juist wat donkerder is. Er kan bijvoorbeeld een boom staan die voor vervelende schaduw gaat zorgen.
Midden in de zomer, rond het middaguur is het licht soms zo fel dat het mooier is als het door de bladeren komt. Hierdoor ontstaat er een mooi zacht licht, ideaal voor mooie foto’s.
Een mooie setting maken die de hele dag in de schaduw ligt zorgt ervoor dat je omhoog moet met je iso, dit gaat meer ruis in je foto geven. Je kan je sluitertijd wat naar beneden doen. Hiermee neemt de kans op bewegingonscherpte toe. Vogels zitten vaak niet erg lang stil dus je zult een snelle sluitertijd moeten hanteren anders zijn de foto’s allemaal net niet scherp. Dit is ook niet te verhelpen met een programma op de pc. Ruis daarentegen kun je nog wel wat aan doen met een fotobewerkingsprogramma.
Je begrijpt dat licht en setting eigenlijk samen bepalen waar je uiteindelijk je foto’s gaat proberen te maken. Tip: als er wat nat gras is wat redelijk hoog is en het zonnetje schijnt daar al vroeg doorheen kun je prachtige foto’s maken van een vogel in het gras met de dauwdruppels die fonkelen in het zonnetje. Soms begint het zelfs te dampen. Kan ook een mooi effect geven.
Voer, wat kan fout gaan?
Een andere manier om vogels te lokken, buiten de vijver waar ze drinken en badderen, is voer. Ik denk wel dat je begrijpt dat je uiteraard ook het voer moet plaatsen, als je met veel aandacht de juiste plaats voor je foto hebt gecreëerd. Voer vooral niet te veel. Een vogel die helemaal volgevreten is zie je voorlopig niet meer terug. Verder kun je er altijd nog wat bij doen als het erg druk is geweest. Weghalen is altijd lastiger.
Met voer kun je sturen waar de vogels komen. Er zijn soms door de verhuurder voorzieningen gemaakt waar je makkelijk het voer in kunt plaatsen. Als ik voer op de grond wil hebben ga ik meestal met mijn rug naar de hut staan en stamp mijn hak even goed in de grond. Hierdoor heb je een kuiltje in de grond waar je wat voer in kunt doen. Dit is dan uiteindelijk niet op de foto te zien.
Bekijk maar eens wat foto’s, als het voer duidelijk zichtbaar is, komt dit toch niet zo natuurlijk over. Dit moet je dus zien te vermijden. Ook als je wat vogelpindakaas, geen gewone pindakaas, aan een tak of boom wilt smeren, moet je hier op letten. Doe dit altijd zo dat het op de foto niet te zien is.
Ruim als de dag is afgelopen het voer wat er nog ligt even netjes op en gooi nooit, echt nooit voer in de vijver.
Je ziet dat het wel even werk is voor je de eerste foto hebt gemaakt, maar als je er even aandacht aan besteedt, heb je er de hele dag plezier van. Ik weet zeker dat de kans op een mooie foto aanmerkelijk is toegenomen als je dit gelezen hebt.
Bedenk altijd wel dat de natuur zich nooit helemaal laat sturen.